Ciabatta, dat in de vroege jaren 80 uit de regio Lombardije in Italië komt, werd ontwikkeld als reactie op de populariteit van Franse baguettes. Italiaanse bakkers wilden een brood creëren dat kon wedijveren met de baguette en tegelijkertijd de rijkdom van de Italiaanse baktradities kon laten zien.
Het resultaat was een brood dat al snel internationale bekendheid kreeg en een vast onderdeel werd van het assortiment, zowel in bakkerijen als in de keukens thuis.
Een van de kenmerken van ciabatta is het deeg met een hoge hydratatie. Dit betekent dat het deeg een aanzienlijke hoeveelheid water bevat, wat bijdraagt aan de open kruim en de taaie textuur van het brood.
Werken met zo’n nat deeg kan een uitdaging zijn, maar de moeite is het meer dan waard. Het hydratatieniveau van het deeg vereist een zorgvuldige behandeling en zachte vouwtechnieken om de glutenstructuur te ontwikkelen zonder het deeg te laten leeglopen.
Het proces van het maken van ciabatta omvat ook een lange fermentatieperiode. Deze uitgebreide fermentatie zorgt ervoor dat de smaken zich diep ontwikkelen, wat resulteert in een brood met een rijke, complexe smaak. Het gebruik van een voorferment, of biga, draagt bij aan de diepte van de smaak van het brood en verbetert de structuur. De biga wordt de dag ervoor gemengd en een nacht laten fermenteren, wat het uiteindelijke deeg een voorsprong geeft op smaak en textuur.